Interview

De Euthanasiewet 20 jaar: interview met prof. dr. Thierry Vansweevelt

Bij Larcier-Intersentia is in december 2023 het boek De Euthanasiewet 20 jaar. Een evaluatie verschenen.

De Belgische Euthanasiewet dateert van 28 mei 2002. België werd daarmee, na Nederland, het tweede land ter wereld waar euthanasie bij wet geoorloofd werd. Sinds de Euthanasiewet kunnen in België burgers onder voorwaarden maar toch in grote mate zelf hun levenseinde bepalen. 
De Belgische Euthanasiewet is een ‘liberale’ wet, dit wil zeggen dat zij een ruim toepassingsgebied heeft: euthanasie kan zowel voor fysiek als voor (louter) psychisch lijden, zowel voor terminale als niet-terminale patiënten, zowel voor meerderjarigen als, onder beperkte voorwaarden, voor minderjarigen en er is geen voorafgaande controle door een extern orgaan, maar een controle achteraf. De Belgische Euthanasiewet wordt door sommigen dan ook gekoesterd als een toonbeeld van persoonlijke autonomie en tegelijk menselijkheid of barmhartigheid voor degenen die ondraaglijk lijden. Anderen zien in de wet daarentegen een te ver doorgedreven zelfbeschikkingsrecht en een gebrekkige bescherming voor kwetsbare personen.
Het boek vangt aan met een meer algemene, minder juridische bijdrage met algemene beschouwingen over de Euthanasiewet. Deze bijdrage omvat ook een lijst van bekende personen die als gevolg van euthanasie zijn overleden, een lijst van rechtszaken over euthanasie én een wereldwijd overzicht van landen waar euthanasie dan wel hulp bij zelfdoding is toegelaten. Uit dit inleidend deel blijkt ook dat de Euthanasiewet vaak wordt ingeroepen en dus blijkbaar aan een behoefte beantwoordt: nagenoeg 3.000 personen zijn in 2022 in België overleden als gevolg van euthanasie; dat zijn er acht per dag. Het boek is dan ook een tijdsdocument dat zowel achteruit als vooruit kijkt en zich afvraagt waar de Euthanasiewet moet worden gewijzigd. 

Larcier-Intersentia interviewde prof. dr. Thierry Vansweevelt naar aanleiding van deze publicatie. 

Kunt u wat meer uitleg geven over het ontstaan van dit boek, dat blijkbaar gegroeid is uit een studienamiddag?

Inderdaad, de Leerstoel voor Gezondheidsrecht en Gezondheidsethiek AHLEC, verbonden aan de Universiteit Antwerpen, nam het voortouw en organiseerde op vrijdag 14 oktober 2022 een studienamiddag over ‘20 jaar Euthanasiewet: tijd voor een evaluatie’.

Na de studienamiddag trok iedereen naar huis, het weekend lonkte. Larcier-Intersentia-uitgever Charlotte De Belie en ikzelf praatten nog wat na, o.a. over de hoogstaande kwaliteit van het debat. Toch jammer indien hiervan geen sporen zouden bewaard blijven, zo klonk het unaniem. Aldus werd het idee geboren om de sprekers te vragen voor een schriftelijke bijdrage in een congresverslagboek. Enkele van de bijdragen worden voorafgegaan door een neutrale inleiding door Evelien Delbeke, die als auteur van een doctoraat over medische hulp bij levensbeëindiging daar het best voor in aanmerking kwam.

Ook vonden we het belangrijk een internationaal overzicht te geven van de landen waar hulp bij zelfdoding en/of euthanasie door de rechtspraak of de wetgever inmiddels geoorloofd is.

Kan men alvast stellen dat de doelstellingen van de Euthanasiewet bereikt zijn? 

Een deel van de doelstellingen van de Euthanasiewet is zeker bereikt. 

In de eerste plaats zijn de rechtszekerheid van de patiënt en de transparantie aanzienlijk toegenomen. 
De patiënt kan in alle openheid een euthanasieverzoek richten tot de arts. Het is de patiënt die beslist of hij euthanasie wenst. Ook de persoonlijke autonomie en het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt staan niet alleen in de Euthanasiewet, maar ook in de relatie arts-patiënt centraal.
Voor de patiënt is het van groot belang dat euthanasie bespreekbaar is. Het aankaarten van euthanasie met de arts zorgt vaak op zich al voor een geruststelling. De steun van de arts is voor de patiënt soms al voldoende, ook al laat hij nog niet daadwerkelijk euthanasie uitvoeren. 

Ten tweede is in het algemeen in vergelijking met twintig jaar geleden ook de rechtszekerheid van de arts toegenomen. Vóór de Euthanasiewet was er een wettelijk vacuüm, want de arts die euthanasie uitvoerde, liep een grote kans op vervolging. De arts die nu euthanasie volgens de wettelijke voorwaarden uitvoert, geniet een veel grotere rechtszekerheid en het aantal rechtszaken is nu uiteindelijk gering te noemen. 
Rechtszaken kunnen wel nooit volledig vermeden worden, maar als we de gerechtelijke procedures van dichterbij bekijken, dan kan daarin toch een patroon worden onderkend. Gerechtelijke procedures worden doorgaans ingeleid door personen (zorgverleners of familieleden) die menen dat zij onvoldoende betrokken werden bij de euthanasieprocedure. Uiteraard valt het te betreuren dat euthanasie zou worden gejuridiseerd: het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt en het zelfgekozen levenseinde mogen niet worden gedwarsboomd door een dreiging met juridische procedures. 

Zonder twijfel zijn ook de maatschappelijke controle en de transparantie toegenomen als gevolg van de Euthanasiewet. De registratiebereidheid is zeker in Vlaanderen groot. Via de verslagen van de federale Euthanasiecommissie krijgen we zicht op het aantal euthanasiegevallen, de reden waarom, de manier waarop enz.

De studienamiddag die aan de basis lag van het boek, was opgevat als een forum voor discussie. Voor elk onderwerp waren twee sprekers uitgenodigd: één die pro een bepaald standpunt was en één die tegen was.
Welke onderwerpen zijn toen de revue gepasseerd?

De volgende onderwerpen zijn toen aan bod gekomen: euthanasie bij psychiatrische patiënten, de euthanasieverklaring voor patiënten met vergevorderde dementie, euthanasie wegens voltooid leven, de nood aan een nieuw strafrechtelijk kader voor euthanasie, een evaluatie van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie, en tot slot een blik vanuit Nederland. 
We hadden het geluk sprekers aan te trekken die de laatste twintig jaar ook mee de toon hebben gezet ofwel in juridische/ethische literatuur ofwel in het maatschappelijk debat over euthanasie.

Is er nu, na twintig jaar, ook al een duidelijk zicht op een aantal leemten in die Euthanasiewet?

Een aantal leemten verdienen zeker bijkomende aandacht. 

Zo is er een discussie over de toepassing van de Euthanasiewet op psychiatrische patiënten. Moeten daar de gewone regels van toepassing zijn of moeten er bijkomende zorgvuldigheidsvoorwaarden gelden? 

Ook de vraag naar euthanasie op grond van een voorafgaande wilsverklaring bij personen met vergevorderde dementie staat in het brandpunt van de belangstelling. Naar huidig recht is dit niet mogelijk. Wie als dementerende euthanasie wenst, moet dit aanvragen in een nog heldere fase. Euthanasie wordt dan uitgevoerd in een stadium waarin de persoon nog heldere momenten heeft , terwijl de patiënt misschien nog langer had willen leven. Enkele bekende personen en hun nabestaanden hebben daarover getuigd in de pers. Zo hebben schrijver Hugo Claus, tv-directeur Jan Ceuleers en Ingrid van het programma Restaurant Misverstand euthanasie aangevraagd in een helder moment van hun dementie. Deze schrijnende toestanden doen de vraag rijzen naar euthanasie op grond van een voorafgaande wilsverklaring in geval van dementie. 

Vooral in Nederland is er veel discussie over euthanasie bij mensen die lijden aan levensmoeheid of menen dat hun leven voltooid is. Hun vraag valt op het eerste gezicht buiten de medische context, omdat ze niet lijden aan een medisch geclassificeerde somatische of psychische ziekte. Zij zijn klaar met het leven en wensen dat een arts aan dat leven een einde stelt. Ook deze vraag of er een nood bestaat aan een wettelijke regeling voor euthanasie bij levensmoeheid, komt aan bod in het boek.

Ook moet de wetgever de strafsancties aanpassen in de Euthanasiewet en dit als gevolg van het arrest in de zaak-Tine Nys van het Grondwettelijk Hof van 20 oktober 2022. De schending van een louter procedurele voorwaarde kan niet aan dezelfde strafsancties worden onderworpen als de schending van een materiële voorwaarde. 
In het boek wordt trouwens al vooruitgeblikt op hoe die strafsancties er dan zouden moeten uitzien.

Tot slot zal de werking van de Euthanasiecommissie aangepast moeten worden. Het arrest-Mortier van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens verplicht België om de Euthanasiewet aan te passen wanneer een arts die euthanasie heeft uitgevoerd, tevens lid is van de Euthanasiecommissie. Er rijst dan een belangenconflict, dat moet worden opgelost. 

Over het boek

De Euthanasiewet 20 jaar

Thierry Vansweevelt en Evelien Delbeke (eds.)

December 2023
ISBN 9789400016446


Onze klanten raadpleegden ook:

Publiek | December 2023

Pleidooi voor een moderne bevoegdheidsverdeling in het federale België | Karel Reybrouck

Larcier-Intersentia interviewde de auteur naar aanleiding van zijn publicatie. Het boek zet uitgebreid uiteen hoe dit ideaalbeeld van het duaal federalisme botst op de toegenomen complexiteit en verwevenheid van de hedendaagse maatschappelijke realiteit. Om aan de tekortkomingen van de traditionele classificatie tegemoet te komen, stelt dit boek een moderne benadering van de bevoegdheidsverdeling voor. Lees meer.

Publiek | Februari 2023

Artsenassociaties - Komt een jurist bij de dokter | Pascal Selleslagh

Deze bijdrage van Pascal Selleslagh verscheen in 2 delen op de website De Specialist. Het artikel bespreekt het werk van juristen Raf Van Goethem en Sander Briké over artsenassociaties dat we nu al een standaardwerk op dat vlak mogen noemen. Lees meer.

Volg ons:     

              

Ons gratis tijdschrift:

· Emile & Ferdinand

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrieven!