Interview |


Alles over het auteursrecht, of toch bijna alles … in één werk!
Bij Larcier-Intersentia verscheen in juni 2025 het ‘Compendium Belgisch Auteursrecht’ van dhr. Kurt Van Damme. Een juridische turf van meer dan 1700 bladzijden, in hardcover met leeslint. Het auteursrecht is in zijn basisprincipes een verbazend eenvoudige rechtstak. De auteursrechtelijke praktijk is echter een ander paar mouwen. Dit boek doorprikt alle misverstanden of mythes over het auteursrecht. Iemand moet het doen.
In deel 1 van dit interview spraken we al over het onderscheid tussen intellectueel eigendomsrecht en de andere intellectuele rechten alsook het auteursrecht in een digitale wereld. In dit tweede deel gaan we verder in op de formaliteiten om een werk auteursrechtelijk te beschermen alsook het onderscheid tussen vermogensrechten en morele rechten.
Welke formaliteiten zijn er nodig om een werk auteursrechtelijk te beschermen? Is er een vergelijkbare regeling zoals bij merken en patenten?
Welnee, anders dan bij merken en patenten is voor auteursrechtelijke bescherming geen enkele formaliteit (registratie of depot) vereist. Een werk is auteursrechtelijk beschermd als het aan de wettelijke voorwaarden voor bescherming voldoet, zonder dat de auteur daarvoor iets moet doen. Er is dan ook geen centraal register waar je kan controleren of een werk al dan niet beschermd is en wie de rechtenhouders op het werk zijn.
Een werk is auteursrechtelijk beschermd als het een concrete vorm heeft, dus niet louter een idee of een concept is, of een meer algemene stijl of mode, en als het oorspronkelijk is in de juridische zin van het woord. Dat laatste betekent dat het werk de ‘persoonlijke toets’ van de auteur moet dragen, als resultaat van de vrije creatieve of intellectuele keuzes die hij heeft gemaakt om het werk tot stand te brengen. Banale dertien-in-een-dozijnwerken of werken waarvan de vorm uitsluitend wordt gedicteerd door functionele of technische vereisten, zijn niet auteursrechtelijk beschermd. En dat geldt ook voor officiële documenten van de overheid, zoals wetten, rechtspraak of een belastingaangifte.
Vergeet ook niet dat het auteursrecht absoluut niet beperkt is tot artistieke of literaire werken. Het beschermt niet alleen de usual suspects zoals romans, kinderboeken, schoolboeken, wetenschappelijke artikels, vakliteratuur, persartikels, strips, foto’s, illustraties, cartoons, beeldhouwwerken, schilderijen, partituren, films, series en muziek, maar het gaat veel verder. Ook het design van een kledingstuk of van een stoel, of zelfs een gebouw, kan auteursrechtelijk beschermd zijn. Hetzelfde geldt voor websites, videogames, software en databanken.
Wat bij de meesten en zeker bij juristen toch wel gekend is, is het feit dat een auteur zowel vermogensrechten als morele rechten op zijn werk heeft. Maar dat onderscheid vraagt toch nog steeds een woordje uitleg …
Auteursrechtelijk heeft de auteur inderdaad zowel vermogensrechten als morele rechten op zijn werk. Beide rechten zijn exclusief, maar ze werken anders. De vermogensrechten zijn economisch van aard: ze moeten ervoor zorgen dat de auteur een faire vergoeding krijgt voor de commerciële exploitatie en voor het gebruik van zijn werk. De morele rechten hebben een ander, niet-economisch doel: ze beschermen de nauwe band tussen de auteur en zijn werk, en ook zijn goede naam.
De twee belangrijkste vermogensrechten zijn het reproductierecht en het recht in verband met de mededeling aan het publiek. Kort samengevat regelt het eerste exclusieve recht alle tastbare kopieën van het werk (digitaal, analoog, fysiek of op papier), terwijl het tweede recht alle niet-tastbare of efemere (vluchtige) vormen van communicatie of verspreiding van het werk regelt (uit- of opvoeringen, radio- of tv-uitzendingen, publicatie op een website, posts op sociale media, communicatie via mail, chat, Teams/Zoom, intranet of internet, fysieke of online presentaties ...). De andere vermogensrechten zijn, met wat goede wil, daarvan afgeleid, bijvoorbeeld in verband met de adaptatie, de vertaling of de verhuring van het werk, of in verband met on-demand beschikbaarstelling op verzoek van een individuele gebruiker.
De belangrijkste morele rechten zijn het integriteitsrecht en het vaderschapsrecht. Het eerste recht laat de auteur toe om zich te verzetten tegen een ongewenste wijziging of een ongewenst gebruik van zijn werk. Het tweede recht regelt de naamvermelding (attributie) op het werk. Ook de openbaarmaking van het werk (de ‘divulgatie’, met een gallicisme) valt onder de morele rechten.
De auteur kan zijn vermogensrechten op het werk overdragen (een soort verkoop) of al dan niet exclusief in licentie geven (een soort verhuur) aan een exploitant. Dat kan een uitgever zijn, een muziekuitgever of een producent bij geluidswerken en audiovisuele werken. In bepaalde gevallen is er wel een wettelijk vermoeden van auteurschap of een wettelijk vermoeden van overdracht van auteursrechten aan een derde partij (bv. de producent van een audiovisueel werk).
Vermogensrechten kunnen vrij makkelijk worden overgedragen of in licentie worden gegeven, al gelden er wel specifieke regels die de auteur als zwakkere contractpartij beschermen tegen de economisch machtigere exploitant. Voor werken in opdracht of in dienstverband geldt een soepeler overdrachtsregime. Morele rechten kunnen echter veel moeilijker, en in sommige gevallen helemaal niet, worden overgedragen. Het bijzondere statuut van morele auteursrechten is overgewaaid uit het Franse auteursrecht. Al zijn we duidelijk wat minder strikt in de leer dan de Fransen, voor wie de morele rechten van de auteur een nagenoeg onaantastbaar bastion zijn.
Niet alle auteursrechten zijn echter Europeesrechtelijk geharmoniseerd. Dat is met name niet het geval voor het adaptatie- en vertaalrecht, en evenmin voor de morele auteursrechten. In deze domeinen hebben de nationale wetgever en rechters dus wat meer speelruimte.
Vergeet ook niet dat auteursrechtelijke inbreuken veel geld kunnen kosten. De rechtenhouders en hun beheersvennootschappen hebben wettelijke controlemiddelen, zoals beëdigde agenten die een vaststelling ter plaatse kunnen doen. Er zijn ook bijzondere procedures (zoals een ‘stakingsvordering’) om een vastgestelde of vermoede inbreuk door de rechter te laten stoppen, al dan niet met een dwangsom. De schadevergoeding is vaak een veelvoud van de normale licentievergoeding, al zal een rechter nooit meer toekennen dan de in België geleden schade. Omdat deze schade soms moeilijk in kaart kan worden gebracht, wordt vaak met forfaitaire toeslagen gewerkt.
Wat is uw beweegreden geweest om dit lijvige boek over auteursrechten te schrijven?
Het antwoord is eigenlijk verbazend simpel: ik werk al twintig jaar in de sector van de auteursrechten. Ik had vijftien jaar geleden al een handboek over auteursrecht in de boekensector geschreven, maar dat was hopeloos verouderd. Het auteursrecht is ook veel ruimer dan alleen maar boeken. Ik zat dus met een heel dik ei, en het moest er dringend eens uit. Maar het is pure waanzin om eraan te beginnen, zeker boven op een normale en drukke job. Het is slecht voor de gezondheid (veel te veel koffie en Pepsi Max), het vreet aan je nachten, je weekends en je vakanties, het is intellectueel en fysiek vermoeiend en het dreef me meermaals tot wanhoop. Maar het was toch meer dan de moeite waard, puur intellectueel en creatief plezier.
Een eerste reden waarom ik dit geschreven heb, is het feit dat er nog geen algemeen overzicht in het Nederlands bestond van het auteursrecht in al zijn facetten, voor alle soorten bronwerken, alle soorten rechtenhouders en gebruikers en alle professionele sectoren.
Daarnaast is het ook zo dat ik in het dagelijkse leven de head licensing, legal & international ben van Reprobel, de centrale beheersvennootschap van auteursrechten van de Belgische auteurs en uitgevers. Reprobel is de wereldleider (in inningen per capita) in collectieve en digitale auteursrechtelijke licenties voor teksten en beelden in de private en de publieke sector. En toch zie ik in onze saleshelpdesk bijna elke dag professionele gebruikers of rechtenhouders een vraag over het auteursrecht stellen. Veel van die vragen hebben trouwens hun weg gevonden naar dit boek.
Dit boek heeft dan ook een andere structuur en insteek dan de andere boeken over het auteursrecht. Het is niet opgehangen aan een klassieke inhoudstafel, die vaak al enige juridische voorkennis veronderstelt om ze echt te begrijpen. Het boek behandelt 100 essentiële vragen over het auteursrecht die professionele gebruikers, rechtenhouders of beleidsmakers zich in de praktijk stellen, in een (hopelijk) logische en coherente volgorde. En die 100 essentiële vragen zijn onderverdeeld in grote inhoudelijke clusters.
Over het auteursrecht wordt veel te veel nonsens verteld, vaak door tegenstanders met een verborgen agenda die het maximaal willen uitschakelen of beperken. Ik noem ze in het boek de Grote Mythes. Omdat het auteursrecht bovendien een nog (veel) te onbekende rechtstak voor de gebruikers ervan is, is dit handboek er in de eerste plaats dan ook voor hen. Ook niet-juristen zouden dit boek moeten kunnen consulteren, al zijn sommige delen (bv. over collectief rechtenbeheer of de juridische aspecten van kabel- en satelliettransmissie) zelfs voor gespecialiseerde juristen geen hapklare brok. Daarom werk ik voor Larcier-Intersentia trouwens volop aan een dunner, grappig boekje over het auteursrecht, specifiek voor niet-juristen. Dat is voor de tweede jaarhelft.
Dit boek is er uiteraard ook voor de rechtenhouders: individuele auteurs en exploitanten (medewerkers van uitgevers of producenten) en collectieve beheersorganisaties (medewerkers van beheersvennootschappen).
Gebruikers en rechtenhouders zullen in dit boek wellicht het antwoord op de meeste van hun vragen vinden. Is dat niet het geval, dan kunnen ze terecht in de andere bronnen die ik vermeld of extern en gespecialiseerd advies inwinnen.
Maar ook beleidsmakers, advocaten, rechters, juridische adviseurs en rechtsdocenten en -studenten, al dan niet gespecialiseerd in het auteursrecht, zullen in dit boek wellicht wel hun gading vinden. Voor hen is het een compendium in de echte zin van het woord: een boek dat je vastneemt als startpunt van de zoektocht naar het antwoord op een specifieke (vaak complexe) vraag. Vertrekkend vanuit dit boek kunnen ze dieper graven in bijna drieduizend geciteerde bronnen – die tot eind maart 2025 zijn bijgewerkt – zonder dat ze eerst een volledige juridische databank of bibliotheek moeten doorploegen.
Over het boek
Compendium Belgisch Auteursrecht
Het auteursrecht is in zijn basisprincipes een verbazend eenvoudige rechtstak. De auteursrechtelijke praktijk is echter een ander paar mouwen. Dit boek doorprikt alle misverstanden of mythes over het auteursrecht.
Kurt Van Damme
Juni 2025
ISBN 9789400018914