Interview

Het hof van assisen: een overzicht voor de praktijkjurist 

Bij Larcier-Intersentia is in augustus 2025 het Handboek hof van assisen. Leidraad bij misdaad en straf van raadsheer Vincent Vereecke verschenen. 

De Belgische grondwet bepaalt dat een jury oordeelt over criminele zaken. Dit vereist een berechting volgens een procedure die op meerdere punten grondig afwijkt van de gemeenrechtelijke strafprocedure.
In het Handboek hof van assisen wordt getracht om de talrijke waardevolle bronnen op een overzichtelijke wijze te verwerken in één document, ten behoeve van de praktijkjurist. Naast de regeling van de rechtspleging van zaken bestemd voor het hof van assisen, worden de verschillende stappen van het assisenproces besproken en praktisch uitgewerkt, met aandacht voor procedurele bijzonderheden en valkuilen. Er wordt ook stilgestaan bij de gewone en bijzondere rechtsmiddelen, alsook de strafuitvoering.

Larcier-Intersentia interviewde de auteur naar aanleiding van deze uitgave.

Men zegt vaak dat het hof van assisen de “dochter van de Franse Revolutie” is. Waar komt die omschrijving precies vandaan?

Welnu, het hof van assisen zag in 1791 in Frankrijk het levenslicht, want na de revolutie ontstond de overtuiging dat de beoordeling van zware misdrijven niet uitsluitend in handen van beroepsmagistraten mocht liggen. Het volk moest inspraak krijgen en dat werd concreet gemaakt via de jury. Tijdens de Franse overheersing vond deze instelling ook haar weg naar België en Nederland. Maar in 1816 zwoer Nederland het hof van assisen af, vooral omdat men het systeem inefficiënt en omslachtig vond.
België koos daarentegen een heel ander pad: bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 werd het hof verankerd in de Grondwet van 1831. Daarin weerklonk de overtuiging dat een juryproces een meer democratische beoordeling van schuld aan misdaden, en vooral pers- en politieke misdrijven, zou garanderen.  

Maar toch werd na een tijd duidelijk dat de assisenhoven met een enorme caseload worstelden en voerde men de zogenaamde ‘correctionalisering’ in.  

Inderdaad, het aantal zaken was simpelweg te groot om via juryrechtspraak af te handelen. Daarom voerde men de zogenaamde ‘correctionalisering’ in. Zware feiten die oorspronkelijk voor assisen bestemd waren, konden door herkwalificatie toch door de rechtbank van eerste aanleg – zonder jury – behandeld worden. Dat systeem werd echter steeds meer uitgebreid, tot het Grondwettelijk Hof moest ingrijpen. Het wees erop dat de assisenbevoegdheid anders volledig uitgehold dreigde te worden.

Intussen is ook de procedure zelf veranderd. Wat zijn daar de belangrijkste hervormingen?

Belangrijk is onder meer dat de jury niet enkel meer oordeelt over schuld, maar ook betrokken wordt bij de straftoemeting. Verder moet de jury vandaag ook haar oordeel motiveren. Dat is een cruciaal element voor rechtszekerheid en transparantie. En bij de beoordeling van schuld – een uiterst belangrijke fase – zetelen de drie beroepsmagistraten nu ook samen met de jury. Dat geeft meer evenwicht in de procedure. 

Maar hoe kwam bij u het idee om een boek te schrijven over het hof van assisen? 

Het viel mij op dat, ondanks alle hervormingen en uitdagingen die assisenprocessen met zich meebrengen, er geen omvattend Nederlandstalig naslagwerk bestond. Toen ik als advocaat zaken verdedigde voor het hof van assisen, maar ook later als assisenvoorzitter, ervaarde ik dit vaak als een gemis, vooral wanneer ik snel een antwoord wilde op een opgedoken probleem. 


Met dit boek wilde ik deze leemte enigszins invullen. Het is een compilatie geworden van de belangrijkste publicaties, aangevuld met mijn eigen documentatie en ervaring als advocaat en assisenvoorzitter. Ik hoop dat het de praktijkjurist zal helpen om een oplossing te vinden voor procedurele complicaties waarmee hij tijdens een assisenzaak geconfronteerd kan worden.

Mijn boek begint met de fase van het gerechtelijk onderzoek (ontdekking van de misdaad), vervolgens komen de regeling van de rechtspleging, de voorlopige hechtenis en de hele procedure voor het hof van assisen aan bod. Uiteraard besteed ik ook uitgebreid aandacht aan de rechtsmiddelen, de klachtenprocedure bij het EHRM en eindig ik met de strafuitvoering. 

In uw boek behandelt u inderdaad alle fases, maar wat bij ons toch in het bijzonder de aandacht trok was de klachtenprocedure bij het EHRM, een item dat velen niet bepaald zullen verwachten.    

Het is een feit dat wanneer tijdens een strafzaak een bepaling van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) werd geschonden, wat tijdens de strafprocedure voor het hof van assisen niet werd geremedieerd, de getroffen partij zich kan wenden tot het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het EHRM fungeert echter niet als een beroepsinstantie. Het EHRM beperkt zich ertoe na te gaan of een verdragspartij het EVRM heeft geschonden. De klachtenprocedure is dan ook geen rechtsmiddel tegen een arrest van het hof van assisen, maar moet worden beschouwd als een autonome procedure tot rechtsherstel, met eigen vormvereisten, ontvankelijkheidsvoorwaarden en procedureregels.

Belangrijk is wel dat een verzoek bij het EHRM pas kan worden ingediend nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Alleen rechtsmiddelen die doeltreffend, toereikend en toegankelijk zijn, tellen mee. Het Hof onderzoekt of het nationale rechtsmiddel voldoende procedurele waarborgen biedt en of de nationale rechter de zaak volgens de normen van het Hof heeft behandeld.

Concreet betekent dit in de praktijk dat iemand eerst cassatieberoep moet instellen. Daarbij moeten ook de nationale procedurevoorschriften (zoals termijnen en vormvereisten) correct nageleefd worden. Wie bijvoorbeeld de beroepstermijn laat verlopen, kan dit later niet herstellen via het EHRM. 
Dit volgt uit het subsidiariteitsbeginsel: het EHRM is geen feitenrechter en laat de vaststelling van feiten in de eerste plaats over aan de nationale rechtbanken.

Maar de uitspraak van het EHRM vernietigt de geviseerde beslissing van een nationale rechtsmacht niet en de procedure voor het EHRM heeft evenmin schorsende werking. Desgevallend staat wel de mogelijkheid open om bij het Hof van Cassatie een verzoek tot heropening van de zaak in te dienen.

Over het boek

Handboek hof van assisen

Vincent Vereecke

Augustus 2025
ISBN 9789400018679


Onze klanten raadpleegden ook:

Strafrecht | Mei 2025

De verdachte rechtspersoon in het strafrechtelijk vooronderzoek | Frauke De Wael

Larcier-Intersentia sprak met de auteur dr. Frauke De Wael naar aanleiding van het verschijnen van dit werk. Sinds 25 jaar kunnen rechtspersonen in België misdrijven plegen en gestraft worden, maar het aanpassen van ons strafprocesrecht aan deze nieuwe verdachte entiteiten, die niet van vlees en bloed zijn, blijft complex en roept meerdere vragen op over de toepassing van strafprocesrechtelijke waarborgen op deze entiteiten. Lees meer.

Strafrecht | Mei 2025

Verstek en verzet in strafzaken | Bart De Smet

Larcier-Intersentia sprak met de auteur dr. Bart De Smet naar aanleiding van het verschijnen van de vijfde herziene editie van dit werk. In dit interview werpt de auteur een nieuw licht op de procedure rond afwezige beklaagden en het recht op herkansing door verzet. Lees meer.

Volg ons:     

              

Ons gratis tijdschrift:

· Emile & Ferdinand

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrieven!